Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij dan grepen den koning, en voerden hem opwaarts tot den koning van Babel, naar [10]Ribla; en zij spraken een [11]oordeel tegen hem. 10. Zie boven, hfdst.23 vs.33. in deze stad heeft Nebukadnezar zijn hof willen houden, totdat hij Jeruzalem veroverd zou hebben, voornamelijk dewijl de belegering lang duurde. 11. Want zij beschuldigden hem van ontrouw en valsheid, omdat hij zijn belofte en eed gebroken had; en van ondankbaarheid tegen den koning Nebukadnezar, die hem koning gemaakt had, boven, hfdst.24 vs.17,20. Anders, zij spraken een oordeel met hem; te weten, met den koning van Babel over den koning van Juda.